Title Thumbnail

Het Leven der Dieren, Deel 2, Hoofdstuk 11 tot 14

9781465552457
pages
Library of Alexandria
Overview
De Hoenderkoeten (Palamedeidae) verschillen van alle overige Vogels door het gemis van de haakvormige uitsteeksels aan de wervelribben; de veeren zijn bij hen, althans aan de bovenzijde van het lichaam, nagenoeg gelijkmatig over de huid verdeeld, evenals bij de Pingoeïns, dus niet in vedervelden gerangschikt. De 3 soorten van deze groep werden vroeger bij de Rallen gerekend; nader zijn zij echter verwant aan de Nandoes en de Struisen, nog nader aan de Stootvogels. Anioema (Palamedea cornuta). ? v. d. ware grootte. De Hoenderkoeten zijn groote, zwaarlijvige Vogels met langwerpigen hals en kleinen kop. Hun snavel, welks vorm aan dien der Hoenderen herinnert, is naast den snavelrug een weinig samengedrukt, aan de spits haakvormig omgebogen, van binnen met onduidelijke, maar zeer talrijke hoornplaatjes voorzien, aan den wortel met een washuid bekleed. Aan de zeer dikke, middelmatig hooge pooten is het onderste deel van den scheen onbevederd en, evenals de loop, netvormig geschubd. De korte, dikke teenen zijn met middelmatig lange, weinig gekromde en spitse nagels gewapend; de buitenste en de middelste voorteen zijn door een kort spanvlies vereenigd. De vleugel is tamelijk lang en krachtig, bij het handgewricht met twee stevige doornen gewapend. De flauw afgeronde staart bestaat uit 12 pennen. Evenals bij enkele Zwemvogels, bevindt zich onder de huid een dicht net van luchtcellen en luchtblazen, die naar verkiezing gevuld en geledigd kunnen worden